Klooi ons, klooi ons, klooi ons nog
een keer
ah je liet nou niet doet dan kun je het niet meer
We zijn zo hulpeloos verdwaald
vermoeid, verziekt en nog gehaald
Dus slijpt uw messen, met uw zwaard,
ivant dat zijn deze jongens waard,
pom, pom, pom.
Geen stijl in het lijf en geen verstand
te veel de apen aanverwant
een heel grote vieze troep,
Maar waar hoopvol klinkt de roep:
pom, pom, pom, pom. |
|