Twintig jaar later…. De inkomstenbelasting van monumentaal bouwwerk
tot slooppand?
Afscheidsrede hoogleraar Belastingrecht prof.dr. Van Arendonk
Is de inkomstenbelasting nog steeds een rechtvaardige
heffing naar draagkracht? Die vraag is relevant gezien de
ontwikkelingen van de afgelopen jaren en wat ons de komende tijd te
wachten staat. Dat stelt prof.dr. H.P.A.M. van Arendonk in zijn
afscheidsrede 'Twintig jaar later... De inkomstenbelasting van
monumentaal bouwwerk tot slooppand?' op vrijdag 24 mei 2013. Hij
concludeert dat het streven naar vereenvoudiging allesbepalend is
geworden bij de vormgeving van de inkomstenbelasting. Een
rechtvaardige belastingheffing lijkt bijzaak. Van Arendonk was vanaf
1977 verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, sinds 1993 als
hoogleraar Belastingrecht.
In de afgelopen twintig jaar
is er veel gebeurd op het terrein van de inkomstenbelasting.
In 2001 werd de Wet IB 2001 geïntroduceerd met de
zogenoemde Boxenstructuur. Daarbij is de synthetische
inkomstenbelasting, zoals die in Nederland gold vanaf 1914,
vervangen door een analytische inkomstenbelasting. Ook
nadien zijn er nog vele veranderingen geweest zoals de Wet
VPL (afschaffing fiscale facilitering VUT-regelingen en
invoering levensloopregeling) en de uniformering van het
loonbegrip. Op Europees terrein
hebben we belangrijke jurisprudentie gezien, maar vooral
belangrijk is de invoering van de Spaartegoedenrichtlijn
medio 2005. Daarmee werd een begin gemaakt met de
automatische inlichtingenuitwisseling van gegevens over
spaartegoeden, behoudens voor een drietal |
|
 |
landen die hun bankgeheim nog niet wilden
opgeven (Luxemburg, België en Oostenrijk).
Zij moeten in plaats daarvan een bronheffing van 35%
toepassen. |
Maar er staat ons nog meer te verwachten, zoals de
invoering van een winstbox in de inkomstenbelasting. En wat zal
Europa ons de komende jaren gaan brengen?
De overheid kwalificeert de inkomstenbelasting nog steeds als een
draagkrachtheffing, maar de vraag is of, gezien de ontwikkelingen
van de afgelopen jaren en wat ons de komende tijd te wachten staat,
dit nog steeds het geval is. Moeten wij niet concluderen dat het
vereenvoudigingsstreven allesbepalend is geworden bij de vormgeving
van de inkomstenbelasting? aldus Van Arendonk. Een rechtvaardige
belastingheffing lijkt nu bijzaak.
Twintig jaar geleden, op 27 mei 1993, hield Van Arendonk zijn oratie
‘De inkomstenbelasting in Nederland een monumentaal bouwwerk’. In
die rede ging hij in op de toekomst van de inkomstenbelasting in
Nederland en behandelde hij een analytische inkomstenbelasting,
versterking van de draagkrachtgedachte in de inkomstenbelasting,
instrumentalisering van de inkomstenbelasting en de
inkomstenbelasting in de Europese Gemeenschap. |